Editie: groenlo
Font klein
Font middel
Font groot
Inloggen
Home
Navigator
Zoeken
Foto insturen
Registreren
Zoeken
Trefwoorden
Publicatie datum
(U kunt hier zonder zoek woorden op publicatie data zoeken)
Vanaf datum
Tot datum
Zoek specificatie:
Foto's
Albums
Streaming media
Reacties
Pagina
Resultaten
Ga direct naar reacties
Reacties
Toch nog even over het houten huis van professor Casimir in Holterhoek. Hoewel hierboven verteld is, dat het gebouwd is door Lasonder, was dat op papier niet zo. Het bouwterrein werd in 1922 gekocht van Pleiter door Johanna Helena Meuwsen (1896) uit Amsterdam. Die was het jaar daarvoor gescheiden. Egbert Heimerik Lasonder (1886-1961, die waarschijnlijk het huisje betaald heeft), was toen nog getrouwd met Hendrika Schuersmeer. Maar hij scheidde op 9 november 1922, waarna de weg vrij was om op 5 januari 1923 met Johanna Helena Meuwsen te trouwen. Dit huwelijk hield acht jaar stand. Het huisje in Holterhoek werd al na twee jaar aan professor Casimir verkocht.
Haro van Panhuys was gehuwd met een zusje van Wim Lasonder. In de zomer verbleven ze wel op "Casimir", dat toen weer eigendom van de Lasonders was.
Vanuit mijn werk ben ik deze week betrokken geraakt bij het huis van Professor Casimir aan de Vredenseweg in Eibergen. Dit houten huis is gebouwd in 1922 door Ed Lasonder (Vredenhof) en later verkocht aan Casimir. Het is teruggekocht door de Lasonders. Rommert Casimir (Kollum, 29 september 1877 - Voorburg, 13 maart 1957) was een Nederlands opvoedkundige en onderwijsvernieuwer. In 1906 vertrok hij naar Den Haag om de stichting van een nieuw soort school voor te bereiden. In 1909 kwam deze school, het Nederlandsch Lyceum tot stand. Casimir bleef tot 1930 rector van dit eerste lyceum in Nederland. Van 1918 tot 1947 was hij bijzonder hoogleraar in de opvoedkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden, van 1935 tot 1947 tevens bijzonder hoogleraar in de empirische psychologie. Casimir was van huis uit niet religieus, maar werd al jong remonstrant. Hij schreef een groot aantal artikelen over onderwijs en opvoeding, maar ook over andere onderwerpen, waaruit een encyclopedische kennis blijkt. In 1950 kreeg hij een eredoctoraat van de Rijksuniversiteit Gent. (bron wikipedia). Dus of deze Casimir in Groenlo dit huis heeft gebouwd weet ik niet. Ik hoop er nog achter te komen.
Roy, het was niet Ed, maar EP Lasonder, zo werd de naam uitgesproken. Hij heeft het huis als bouwpakket uit Oostenrijk laten komen. EP Lasonder was zeer geliefd bij de dames, herbergde in deze houten woning (niet die hierboven maar die houten woning in het Pleiterbos) onder andere zijn maitresses en reed met hen te paard over de lanen in het bos. Als een" officiele " dame op bezoek kwam moest de andere zich letterlijk verstoppen in een kast. Wim Lasonder, die later bij zijn "keet"de andere woning in het Pleiterbos bouwde heeft me de plek nog aangewezen. EP Lasonder ging failliet maar slaagde er later toch in een rijke vrouw te trouwen, bij wie hij financieel onder de plak zat. De weduwe van Wim Lasonder woont in de Orangie en wellicht kan zij nog iets vertellen. Zij heeft alle verhalen over de geschiedenis van "Casimir"ook horen vertellen. EP Lasonder heb ik natuurlijk niet gekend, maar wel professor Casimir en zijn vrouw, als ze 's zomers in te bos woonden, moest ik daar wel eens vleeswaren bezorgen, b.v. een ons runderrookvlees, en dat op de fiets. Maar dat was vroeger heel gewoon. Lees het boek van Harry Philips maar eens. Ik zie de professor nog zo met zijn witte baard aan een tuintafeltjes in een boek zitten lezen op het gazon aan de "Vredensewegzijde"van het huis. In de jaren negentig van de vorige eeuw heb ik noig enkele foto's gemaakt van de buitenzijde van de woning. Dat was de dag dat Wim de kast aanwees. In mijn herinnering was dat rechts naast de haard in de woonkamer.
Wij (Luiken, Dankbaar, Hubers en Verheijen) hadden vroeger een bootje op de leemput, die in de jaren vijftig naar ik meen eigendom was van Oetgens van Waveren Pancras. Daarbij was een houten huisje met aan de achterkant badhokjes. Ik spreek nu over de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ook was er een steigertje waar je van af kon duiken, In de vijftiger jaren woonde daar een jong stel in vanwege de woningnood in die tijd. Je kon via een fietspad aan de Professor Casimirweg bij dat huisje komen. Later kocht Konijnneberg (oud motorrijder) het en heeft dat weggetje afgesloten. Leter heet Do Kraakman die put gekocht en toen die buurt maakte bij Haak en Hoek moesten we met de hele buurt zingen: :"er is geen motor zonder rotor". Binnenkort op 15 april is er een dag georganiseerd waarop we allemaal oude dozen met foto's mee kunnen brengen in de Bron en dan zal ik ook wat foto's meebrengen uit die tijd bij de put.
het werd CENTRA omdat CENTRUM ER TEGENOVER was.ik heb de naam er opgezet. prof. CASIMIR was niet te spreken omdat CENTRA meervoud was.
Theo en Gerrit, wat leuk dat jullie de herkomst van de naam Centra opgezocht hebben. In het Latijn is het inderdaad het meervoud van centrum. Ik kan me voorstellen dat professor Casimir over het woord struikelde. Was hij nu historicus of neerlandicus of allebei misschien? In de zomermaanden woonde hij met zijn vrouw op het houten huis in het Pleiterbos (Holterhoek), dat vroeger uit Oostenrijk naar Nederland werd overgebracht door Ep Lasonder. Ik heb meerdere malen net een biefstukje of een onsje rookvlees richting Holterhoek gefietst. Nu ik het woord Centra lees realiseer ik me dat onze taal steeds verandert. “Media” is immers het meervoud van medium, maar wordt trouwens tegenwoordig “in de media”toch als enkelvoud gebruikt “de media heeft….”etc. Theo, de zilverkleurige letters hadden volgens mij een soort profiel, voor zover ik me kan herinneren. Klopt dat? Nu we het toch over bakkerij Centra hebben, rr bestaat (hier op SIB?) waarschijnlijk een foto van Van Druten met de groentekar met op de achtergrond het gebouw waar toen nog geen bakkerij te zien was. Was hij je vader? Kun jij je herinneren wanneer Hein begonnen is met die bakkerij, misschien omstreeks 1933? Ik kan me voorstellen dat ‘t Centrum van Bekke er eerst was en dat toen Centra volgde.
Regeringsjubileum van H.M de Koningin. Reeds dagen te voren was de Grolse Bevolking druk in de weer met het treffen van voorbereidingen voor de dingen die zouden komen. Poorten werden gebouwd, versiering en feestverlichting aangebracht (we noemen slechts de smaakvolle versiering van het Gemeentehuis en de feestverlichting van N.V. Koninklijke Tricotfabriek aan de Borculoseweg) en etalages werden keurig verzorgd. En zo luidden Zaterdagavond alle kerkklokken de feestelijkheden ter gelegenheid van het regeringsjubileum van H.M. de Koningin , die hier gecombineerd waren met de alom bekende Grolse Kermis, in. Te 19.15 uur werden de feestelijkheden officieel met een toespraak van burgemeester Schoemaker vanaf het bordes van het gemeentehuis geopend waarna Schout en Schepenen die het stadsbestuur gedurende de feestdagen overnamen plechtig werden geïnstalleerd. Te half negen werd de vogel door het muziekcorps van de G.T.M. naar de kanonswal gebracht. Na een muzikale rondgang door de stad werd door dit muziekgezelschap op de Bastenwal geconcerteerd waarvoor door de burgemeester aan het eind van de avond hartelijk werd bedankt. Zondagmiddag vond op het terrein van de Maliebaan een plechtige herdenkingsbijeenkomst plaats. Hier voerde burgemeester Schoemaker verder her woord en leidde kapelaan Wolfs, Professor Casimir en de heer J. Slagter voorganger der kerkelijke gemeente Enschede in, die achtereenvolgens namens de R.K. en N.H. en de Israëlitische gemeente het woord voerden. Muzikale medewerking werd verleend door alle plaatselijke zangverenigingen en het Synagogale koor uit Enschede. Een telegram van gelukwens werd aan H.M. de Koningin verzonden. Een gehouden voetbalwedstrijd Grol I-Lochem I eindigde in gelijk spel n.l. 5-5- Het glanspunt van de dag was de grote historische optocht waarvoor door het comité kosten nog moeite gespaard waren. Duizenden vreemdelingen hebben met de Grolse bevolking deze schitterend geslaagde optocht die in 17 groepen een beeld gaf van de wisselende geschiedenis der stad vanaf +/- 800 tot heden, gadegeslagen. Muzikale medewerking aan deze optocht werd verleend door de beroemde prachtige tamboer en pijpersgroepen van de Arnhemse Verkenners, de R.K. Leo- en de Burgerharmonie. Voor deze gelegenheid was Grol in een oude vestingstad herschapen waarvan door de buurtverenigingen een 4-tal oude poorten daterende uit de tijd 1588 en 1627 die toegang tot de stad gaven waren gemaakt. Na de optocht werden de kermisvermakelijkheden geopend en bestond er in de cafés gelegenheid tot dansen. Maandag- en Dinsdagmorgen 6.00 uur werd door het trompetterscorps de reveille geblazen, Te 9.00 uur defileerden de stands-sports- en jeugdorganisaties voor Burgemeester en Schout en Schepenen langs het gemeentehuis waarna te 9.30 het vogelschieten begon. De burgemeester hield hierbij een korte toespraak, waarna het eerste schot gelost werd. Verder schoten achtereenvolgens de Schout, de heer W. Roerdink (Koning 1947) de heer Th. Peer, erelid van het kermiscomité en de heer B.A. Emaus, die dit jaar voor de 50-ste keer aan het vogelschieten deelnam. De hals werd afgeschoten door de heer Th. Borghuis, terwijl de heer Th. Verheijen de rechtervleugel wegschoot. Doch hierbij bleef het echter, niettegenstaande de honderden schoten die nog op de vogel gelost werden. Uiteindelijk werd dan ook besloten tot verloting over te gaan waarbij de gelukkigen werden L.Reijerink, linker vleugel, B.Overbekking, staart, en Koning werd Heer A. Jansen van de wal. De kroning vond plaats door Schout en Schepenen op het plein voor de N.H. Kerk bij de Markt waar oud plaatselijk Recht werd gesproken.De uitslag van het ringrijden per dogkar was als volgt: 1e prijs J. Meijer 2e prijs J. Pleiter 3e. J. Brandenborg 4de J. GunnewijkRingrijden te paard: 1e J. Harbers 2e A. Hieltjes 3e H. Wolters4e G. WeeninkBR> Enkele huwelijken werden voltrokken waarbij een boerenbruiloft en boerendans opgevoerd werden en een huwelijk werd ontbonden. De belangstelling hiervoor was bijzonder groot. ’s Avonds gaven de Dügüler Kozakken op de verlichte concoursterreinen van de heer Gockel aan de Winterswijkseweg een schitterends programma van rij- en dressuurkunst te zien. DE 2e kermisdag was de dag voor de jeugd. Te 8 uur vond een kinderoptocht met versierde karretjes, fietsen e.d. plaats waarna te 9.00 uur de kinderspelen begonnen. ’s Middags werd voor de kinderen tussen 5-14 jaar in het Parochiehuis een kindermatinee gehouden waarna het gezelschap van August de Laat medewerking verleende. Na het vuurwerk werden de feestelijkheden gesloten met het gezamenlijk zingen van het Wilhelmus, Groenlo kan met trots op de goed geslaagde dagen terugzien dank zij het vele werk dat door het plaatselijke comité verzet werd.
Klopt Ans,ter hoogte van de Prof Casimirweg
Volgens mij staat dat huis aan de Professor Casimirweg.
Ja, Professor Casimirweg.
10 hectare groot is het Pleiterbos, bos met in het midden een houten villa ( door de legendarische EP Lasonder riond 1900 overgebracht vanuit Oostenrijk) met natte gracht en in het midden van het bos een weide. Het bos werd doorsneden door rechte paden waarop Ep Lasonder ging paardrijden met zijn dames. Dit huis was in de vijftiger jaren nog bezit van professor Casimir, tot de familie Lasonder het terugkocht. Momenteel is het huis weer verkocht aan een familie uit Eibergen. Een klein gedeelte van dit bos was later eigendom van Wim Lasonder. In oorlogstijd bouwde hij hier een kunstenaarsatelier, “de keet”. Begin jaren zestig verscheen, aangebouwd aan de “keet”, een sprookjesachtig huis, helemaal ontworpen door Wim en Byronne zelf, voor een deel van sloopmaterialen. In de keuken bevindt zich een vloer van “kannescheuren”, afkomstig van de boerderij t Venrooy in Avest en de gang is geplaveid net witte stukken marmer , afkomstig van een slagerij uit de Notenboomstraat in Groenlo. De tuin, die het huis omringt was een van de eerste “wilde”tuinen in Nederland.
Bennie, prof. Casimir bewoonde een houten huis in het bos, W. Lasonder bewoonde een stenen huis aan de bosrand. Twee verschillende huizen dus. Het houten huis is niet meer in bezit van de familie Lasonder. Maar we dwalen wel weer af zoals zo vaak.
Bennie, even terugkomend op dr. Suringa. Heb je hem gekend? Ik schreef daar straks over mevrouw Suringa- Kern , dochter van professor Kern en gehuwd met Suringa. Ik vroeg me af of hij een arts was.. Professor Casimir heb ik als kind nog wel gekend. Had inderdaad een witte baard. Maar dr. Suringa??
Ernst Casimir van Nassau had zijn kampement in Zwolle maar dat was in het jaar 1627 ,dus dat is wel erg lang geleden
Heren,toen ik n,jaar of 12 was kwam en woonde professor casimir in Zolle bij Grolle.Een grote man en was bevriend met de faml,Lasonder Heringa.het was meer voor hem een buitenverblijf want hij woonde ergens anders .Ik meende dat later in dat huisje een Lazonder woonde met een klein mooi zwart vrouwtje ,verders weet ik zeker dat het professor Casimer was.
Volgens mijn informatie is het huis als eerste bewoond door prof. casimir. daarna door mr. Raats . Daarna woonde op de beneden verdiepingdr.Maarseveen. (gyneacoloog) Op de bovenverdieping woonde de fam. Jansen leraar aan het Marianum. Daarna heeft de fam Georg Gockel er gewoond. Als laatste heeft er een zoon van de fam. gewoond Binnenkort komt het in de verkoop.
Herman, over welke Prof. Casimir hebben we het? Hendrik Brugt Gerhard Casimir, professor in de natuurkunde, was geboren op 15 juli 1909 in Den Haag. Hij had een buitengewoon geheugen en ging op 17 jarige leeftijd studeren aan de Universiteit van Leiden. Na het halen van zijn bul ging hij voor 18 mnd naar Kopenhagen alwaar hij promoveerde op 22 jarige leeftijd in 1931. In 1932 en 1933 sudeerde hij in Zurich. In 1942 verhuisde hij van Leiden naar Eindhoven om te gaan werken bij Philips. Het lijkt me sterk dat deze prof. Casimir de eerste bewoner van huize DAVO is geweest.
Ik heb me al vaker afgevraagd wie die Prof. Casimir was, er is in Zwolle/Holterhoek zelfs een weg naar hem vernoemd. (Sinds 2005 vallend binnen postcodegrens van Groenlo). Waarom heeft de toemalige gemeente Eibergen op die locatie een weg naar hem vernoemd?
Leuk verhaal Bennie, over dat naakte paar. Deze put is trouwens de laatste waar leem gegraven werd. En ook de laatste die vol water liep en waar je 's morgens vroeg heerlijk kon zwemmen tussen de waterhoentjes en de jonge eendjes. Voor die tijd ging je zwemmen in de put tegenover de familie Ruetter-Vehoff. Die put was diep maar midden in de put was een een heuvel die onder water lag en daar kon je ineens staan. Heel vroeger (jaren vijftig) hadden de vrienden Verheijen, Dankbaar, Hubers en Luiken een bootje op de meest oostelijke put. Daar stond ook een huisje bij dat na de oorlog , toen er woningnood was, nog werd bewoond dooe de familei Nijbroek (?). Het was van oorspring een houten vissershut met badhokjes aan de achterzijde. Je kon daat komen via een fietspaadje als je in de Prof Casimirweg links afsloeg. Later heeft Piet Knijneburg dat paadje afgesloten en prikkeldraad rond de put geplaats. De buurman aan de Casiirweg werd Veld. Ook toen kwam er een afscheiding.
Gemeente Eibergen is een onderdeel van de huidige Gemeente Berkelland,volgens mij heette het weggetje Prof. Casimirweg en ligt dus niet zoals Ans veronderstelt in de Gemeente Oost-Gelre.
Kan kloppen Wim. Het weggetje heet inderdaad professor Casimirweg, genoemd naar een professor die jarenlang in de zomermaanden een groot houten huis bewoonde, midden in het bos, het zogenaamde Pleiterbos. Dat houten huis was rond 1900 in zijn geheel uit Oostenrijk gehaald door EP Lasonder. Later werd het eigendom van professor Casimir en later is het door de familie Lasonder weer teruggekocht. Peter, de hut in het bos, waar Wim Lasonder als kunstschilder werkte (hij heeft nog met Karel Appel op de Rijksacademie in Amsterdam gezeten) werd door hem "de keet"genoemd. Het jonge paar woonde in het begin van hun relatie in de kamer die je bovenaan links op deze foto ziet , maar heeft gedeeltelijk met behulp ban aannemer Frank een huis tegen de keet aangebouwd, helemaal naar eigen ontwerp. In de keuken van de woning liggen "kannescheuren", afkomstig van de oude boerderij "Vrooy"in Avest (daar woonde toen Jan Lageschaar) en in de gang zijn marmerbrokken verwerkt , afkomstig van slagerij Luiken aan de Notenboomstraat. De tuin rond de woning is meerdere malen vermeld in vooraanstaande tuinvakbladen.
De Prof. Casimirweg is sinds 205 gelegen in Oost Gelre en niet meer in Eibergen!. Weliswaar net op de grens, maar het is bij (de woonplaats en postcodegebied van)Groenlo gevoegd.
klopt Martie, Het was toen Gemeente Eibergen, thans weer gemeente Oost- Gelre. Hun oudste dochter werd in 1964 geboren in het ziekenhuis in Groenlo en groeide op in het sprookjeshuis aan de Professor Casimirweg en helaas is Wim op Kerstavond van het haar 2000 overleden en begraven op het Protestantse Kerkhof in Groenlo. Op zijn graf staat een eenvoudige veldkei met zijn naam er op,
Hoi Henny Waanders, Je vroeg om herinneringen aan “Den Angang”. Mijn eerste herinneringen gaan terug naar de late jaren veertig toen schilder Abbink met zijn gezin het achterhuis bewoonde. En natuurlijk weet ik ook dat er iedere zondagmorgen zondagschool was. Maar in het bijzonder wil ik noemen de balletschool van Byronne Wyler. Veel Grolse kinderen hebben hier balletles gehad. Ik herinner me o.a. Marietje Hoog Antink als een goede ballerina. Byronne is met haar lessen begonnen ergens in de jaren vijftig en is iedere dinsdag van het schooljaar doorgegaan tot in de jaren zeventig. Behalve de uitvoeringen in het Parochiehuis was er ook sprake van balletten ter gelegenheid van de van de Gondelvaart. Ik herinner me nog dat de kleedkamers toen in het gebouw van Den Koem waren. Byronne kwam als jong meisje al naar de Achterhoek om te logeren bij haar tante Bep (Elisabeth) Wyler. Deze tante kwam in de eerste helft van de twintigste eeuw uit Den Haag naar de Achterhoek met zijn mooie natuur en kocht in de buurt van de Leemputten een flink perceel van de “Marke gronden”, bestaande uit bos, moeras en landbouwgrond. In het bos liet zij een houten woning bouwen, “De Boshut” (thans Zwolse Markeweg 1), en naast het bos een boerderij( thans Zwolse Markeweg 3). Aangezien zij geen verstand had van het boerenbedrijf kwam er een knecht in dienst, Jan Steverink (Zwarte Jan Sr. , o.a. paardenhandelaar en vader van de bekende musicus van de Grollico’s). Deze Jan Steverink bouwde later het café “Haak en Hoek”aan de overkant de Winterswijkseweg, die van Eibergen via Meddo naar Winterswijk loopt. Jan Steverink werd opgevolgd door Bernard Kroekenstoel. Deze Bernard heeft eigenhandig met de schop een groot deel moeras ontgonnen en tot bouwland herschapen. Mevrouw Wyler bewoonde de boshut maar had in de boerderij een eigen kamer met buitendeur, waar zij zich ’s nachts veiliger voelde dan in het bos. De familie Kroekenstoel kocht later de boerderij met landbouwgrond en het bos en de boshut zijn nog tot 1963 eigendom van mevrouw Wyler gebleven. Byronne kwam voor de oorlog al logeren bij haar tante, maar is gedurende de oorlog in de Holterhoek (Zwolle) gebleven en ging in Groenlo naar de MULO. Na de oorlog volgde zij in Den Haag een kunstzinnige opleiding en speelde een tijd in een marionettentheater maar in de jaren vijftig kwam zij terug naar Groenlo en begon haar balletschool. Zij bewoonde een kamer in Huize Vredenhof, waar in die jaren nog kamers verhuurd werden. Misschien zijn er nog Grollenaren die zich haar oom Han Wyler herinneren, die daar ook een kamer bewoonde. Begin jaren zestig trouwde ByronneWyler met Wim Lasonder, kunstschilder en tuinarchitect, die al in een “keet” (atelier) in het Pleiterbos in de buurt van het Casimirhuis (rond 1900 uit Oostenrijk geïmporteerd door de befaamde Eb Lasonder) (Dit huis werd trouwens Casimirhuis genoemd omdat hier in de jaren professor Casimir met zijn vrouw iedere zomer woonde) . Byronne en Wim bouwden “de keet”uit tot een schilderachtig huis in een sprookjesachtige tuin. Helaas is Wim op kerstavond in het jaar 2000 overleden. Zijn graf is te vinden op het protestante kerkhof, links van het middenpad. Henny, je vroeg om herinneringen aan “Den Angang”. Dit verhaal is een ode aan Byronne Lasonder-Wyler geworden. Take it or leave it!
hoi Mathilde, Als ik de namen lees komen veel kinderen me weer levendig voor de geest. Gerdie Wissink van bakker Hein was een vriendinnetje uit de straat en Willemien Massen kwam meen ik uit de Holterhoek (prof. Casimirweg) (zo'n idyllisch houten huis) en van Lenie Jebbink herinner ik me dat ze heel blond haar had, bijna Deens en zo kan ik wel doorgaan. Zoals Peter H. al schreef: herinneringen uit een knus verleden. Met Gerdie en Renie Wissink ging ik op zondagmorgen naar de bibliotheek op school om boeken te lenen: Anne de Vries (Jaap en Gerdientje) en van der Hulst.
In de Kroniek van Groenlo (blz 105) staat vermeld dat Mr. L. Lasonder afscheid nam als procureur fiscaal bij het bijzonder gerechtshof te Leeuwarden, wegens het bereiken van zijn pensioengerechtigde leeftijd. Hij vestsigde zich op zijn bezitting huize "Vredehof"te Groenlo, waaraan hij en zijn famille zoveel kostbare herinneringen hadden. Tot die tijd was de villa beheerd door de familie (naar ik meen, maar weet het niet zeker) Wilgenborg, oudere Grollenaren kunnen zich wellicht nog herinneren dat de laatste familie een zieke zoon had die aan de voorzijde in de serre te bed lag en toegewuifd werd door voorbijgangers. Na de tereugkomst van de Lasonders is het betreffende echtpaar in een deel van de villa blijven wonen en de vrouw fungeerde als huishoudster. Boven waren enkele kamers verhuurd aan dhr. Han Weyler en Byronne Weyler (balletschool). Byronne Weyler huwde omstreekd 1962 met de zoon van L. Lasonder die als kunstenaar woonde op een stuk grond van de Lasonders in het Pleiterbosch, thans weer grondgebied gemeente Oost-gelre. De houten villa in het bos die door Eb Lasonder was verkocht aan professor Casimir is later door de familie Lasonder teruggekocht en dient als vacantieverblijf van de familie.